Wijkgroentje op UCOété: verslag van het openingsweekend

Vrijdag

“Ik woon al 53 jaar hier in de wijk, mijnheer!” verklaart de oude dame die zich al voor openingstijd op de beste plek van het terras geposteerd heeft aan dit wijkgroentje (5 jaar Bloemekenswijk and counting). “Maar eigenlijk ben ik niet van hier.” Dat geeft het wijkgroentje (een verdwaalde Brabander) nieuwe hoop. “Ah nee, ik ben hier komen wonen voor mijn man. Ik ben zelf van de Brugse Poort.” Ik geef haar een bonnetje voor een gratis drankje en druip af. Daar kan ik niet tegenop.

Bovendien heeft zich aan de ingang (mijn post die avond) al een groepje nieuwsgierigen verzameld achter het fleurige lint dat Willy zonet tussen onze torens heeft gespannen. Tijd voor de officiële opening, en daar wil een mens bij zijn, toch? Tot ik merk dat het enkel de dames van onze bende zijn die zich bij de ingang hebben verzameld, en dat ik daar tegen afsteek als… nou ja, als een vent in een wit hemd met een zonnebril. Ook daar kan ik niet tegenop. Ik probeer me dan maar achter Kristine te verstoppen, maar helaas blijkt die veel te slank. Een nieuwe nederlaag, en de avond is nog maar net begonnen.

Het officiële moment: lintjes knippen!
Het officiële moment: lintjes knippen!

En hoe begon die avond, zeg. Na een goed half uur houden mijn handen en charme die van mijn collega-poortwachtster Silke al niet meer bij. Volk! Veel volk! Schoon volk! Ik verlaat even mijn post en loop jubelend het café binnen. “Het is een succes, gasten!” roep ik, en ik slinger mijn hand de lucht in. Helaas heeft niemand de tijd om mijn high five te beantwoorden: de bar draait overuren, en zelfs Karlien (die ik er stiekem van verdenk een extra paar handen op haar rug te hebben) moet alle zeilen bijzetten om met haar team de hapjes klaargemaakt te krijgen.

Tegen de tijd dat Nele wat onzeker (haar gebroken arm maant tot voorzichtigheid) op een bank kruipt voor de openingsspeech zit het hele terras helemaal vol. Ook het wijkgroentje krijgt de kans om al die vrolijkheid vanop een bankje te overschouwen, en wordt haast stil van contentement. Zoveel gezelligheid onderbreek je beter niet te lang – ook al niet omdat wijkbewoonster Marina achter mij al staat te trappelen om haar Zigano-dansact op te voeren. “Ik heb al veel meegemaakt in mijn leven,” verklaarde ze me zonet: “Ik zing wat ik voel, en ik voel wat ik zing.” “En daar dans je dan ook nog eens bij?” vraag ik haar. “Ja; dan stop ik die emotie ook in mijn dans.” Ook dan moet een mens beseffen: daar kan ik niet tegenop.

Buurtbewoonster Marina gaf in twee dansen het beste van zichzelf.
Buurtbewoonster Marina gaf in twee dansen het beste van zichzelf.

Gelukkig is daar Lucid met balsem voor mijn ziel. We konden het op voorhand niet weten, maar hun porseleinen poprock blijkt ideaal bij het weer en de stemming op het terras te passen. Lucas staat er tevreden naar te kijken – even toch, dan gaat hij verder met het afstemmen van het geluid. Zelf zijn Lucid – zeg maar Katja en Joris –  achteraf ook content: fijn om buiten te kunnen spelen in wat voor hen tot voor kort een lege vlek op de stadskaart van Gent was. Die is dan bij deze lichtblauw ingekleurd, jongens.

Al kon er ook geregeld een lach af.
Lucid.

In het café is het intussen alle hens aan dek – en dat zal het de hele avond ook blijven. Het wijkgroentje besluit dan maar bij te springen met de afwas – iets waar hij een gloeiende hekel aan heeft. De lokroep van de gezellige drukte op het terras blijkt dan ook geregeld te groot. Gelukkig is er het plichtsbewustzijn van Bert, die al de hele avond met hapjes tussen de mensen laveert, om me tot de orde te roepen. Kan een baard glimlachen? Die van Bert wel, geloof me vrij. Nee, ook daar kan ik met mijn stoppelbaardje niet tegenop. Dan maar weer naar binnen, vanwaar ik de avond langzaam op z’n eind zie lopen. We hadden nog wel even kunnen doorgaan – maar er was ook zondag nog.

 

Zondag

Zondag begon zoals zondagen beter niet beginnen: vroeg. Maar dit wijkgroentje had nu eenmaal beloofd om te gaan flyeren op de markt, dus deed hij dat ook. Bovendien was er zijn deerne om het leed mee te delen: ruw uit bed geschud vatte ze mee post bij ons helblauwe reclamebord en begon ze ijverig flyers in handen te stoppen. We doen vreemde dingen voor de liefde, neemt u dat maar van me aan. Anderhalf uur later waren we 120 flyers lichter en een hoop nieuwe kennissen rijker. De interesse voor UCOété blijkt groot, en veel mensen die de weg naar de Maïsstraat nog niet hadden gevonden beloven snel langs te komen.

Weer aangekomen in het café blijkt het terras alweer flink wat volk te trekken – zij het niet zoveel als het springkasteel, dat haast bezwijkt onder de kinderen. Even kriebelt het, maar dan besluit dit wijkgroentje dat hij toch niet meer zo groen is. Dan maar gaan zitten met koffie en een plak cake. Maar eerst toch enkele van Karliens hapjes naar binnen schoffelen: flyeren maakt hongerig, zo blijkt – en kauwen helpt om de glimlachkramp in mijn kaken te onderdrukken.

Springkasteel - done right.
Springkasteel – done right.

Helaas, geen gezapige namiddag voor onze grimeuses van dienst: zij hebben de handen vol met het transformeren van jong volk in prinsessen, zeemeerminnen, superhelden en voetballen. En ook voor de ouders blijkt deze zondag een werkdag wanneer hun felgekleurde kroost de bakken wild in de bakken met speelgoed begint te graaien. Het moet van mijn datingperiode geleden zijn dat dit wijkgroentje nog zo vaak ‘nee’ op een namiddag heeft gehoord. De pret bederft het echter niet: in golven blijft er volk toekomen en weer vertrekken, zodat steeds verse ladingen jong grut over het gazon uitzwermen.

Pas om zes uur is het uit met de leute wanneer het springkasteel wordt neergelaten. Of toch niet, want de handige verhuurder weet de energie van het jonge volkje te gebruiken om ze de laatste restjes lucht uit zijn speeltuig te laten trappelen. Intussen loopt ook achter de bar de laatste restjes lucht uit de medewerkers. Stefaan zucht diep wanneer de volgende plateau met afwas zijn richting uit komt zweven. Maar eigenlijk is hij best een contente mens. ’t Was weer goed – volgend weekend meer van dat!

 

5 gedachten over “Wijkgroentje op UCOété: verslag van het openingsweekend”

  1. Leuk om te lezen dat jullie initiatief een schot in de roos is. Wij wonen pas sinds eind december in de Haverstraat, dus veel groener kan niet. ;)Misschien kunnen we via UCOété wat beter kennis maken met de buurt en zijn bewoners, ook al wonen we net op het randje van de wijk. Tijdens het openingsweekend konden we er jammergenoeg door overvolle agenda’s niet bijzijn, maar we komen zeker nog eens een kijkje nemen! En wie weet … een handje helpen bij de afwas! 🙂

  2. Ik geniet dubbel bij het lezen en herlezen . . . Toch super wat een groep enthousiastelingenkan realiseren op nog geen 4 maanden tijd !

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: